Proost

Het is zaterdagochtend, tien over negen. Als ik de parkeerplaats van de Lidl opdraai, luister ik zoals elke zaterdag naar de politieke weekanalyse van Kees Boonman, die op vermakelijke toon alle treurnis van de afgelopen Tweede Kamerweek deskundig fileert.

Ik besluit het onderwerp in de aangename warmte die de lentezon door mijn voorruit strooit nog even af te luisteren, als ik in mijn ooghoek twee auto’s verderop een keurige zestiger ontwaar. Hij heeft blijkbaar net de boodschappen in zijn duurzame brandschone middenklasser geladen als hij achter het stuur de dop van een fles witte wijn draait. Zich onbespied wanend, schenkt hij een verfrommeld koffiebekertje vol.

Net als hij het bekertje gretig naar zijn mond  brengt, ziet hij mij. Even overweeg ik een jolig proostgebaar te maken, maar dat idee vervliegt onmiddellijk als ik zijn blik zie. Zelden heb ik in een oogopslag zoveel leed gezien. Beschaamd kijk ik weg.

Wat zal het zijn? Mag hij zijn kleinkinderen niet meer zien? Heeft hij net gehoord dat zijn broer uitbehandeld is? Ziet hij er tegenop om naar zijn kijvende vrouw terug te gaan? Of slaapt hij al een poos in zijn auto? Misschien slaapt hij helemaal niet, gekweld door trauma’s uit zijn tijd in Srebrenica of enig ander gewelddadig verleden. De verwaarlozing of het seksueel misbruik uit zijn jeugd, dat hem naarmate hij ouder wordt alleen maar vaker en pijnlijker te binnen schiet.

Het kan ook onschuldiger zijn, zegt ik tegen mezelf. Hij heeft nadorst van zijn pensioneringsfeestje van gisteravond. Of hij heeft net drie nachtdiensten gedraaid en start zo zijn weekend. Of hij proeft de wijn even voor. Of het wel bij het gerecht past dat hij van plan is te koken bij het etentje van vanavond. Het kan theoretisch zelfs alcoholvrije wijn zijn.

Maar, nee. Die blik in zijn ogen. Terwijl hij met zijn rechterhand het bekertje verbergt, brengt hij schielijk de fles naar zijn mond en verslikt zich, juist op het moment dat ik probeer de draad van het verhaal van Kees Boonman weer op te pakken. Dat kan ik nu wel vergeten. Ik blijf hangen aan ’s mans treurige blik.

Even overweeg ik hem aan te spreken, of zelfs de politie te bellen. Maar het was maar één glas, toch? Dan doet hij zijn gordel om en rijdt rustig de parkeerplaats af. Aan de grond genageld kijk ik hem na. Net voordat hij de weg opdraait zie ik hoe hij de fles langdurig aan zijn lippen zet. Opgelucht dat hij zijn pottenkijker kwijt is.  Met een droge mond blijft ik achter.

Eén gedachte op “Proost

  1. Hilda van der Meulen

    Hoi Piet,
    Wat heb je dit mooi beschreven. Maar wat triest. Misschien heeft hij onlangs wel een partner verloren aan de dood of een dierbare naaste. Dat hij op die manier zijn verdriet wegdrinkt met drank.
    Wat zal dit verhaal lang bij je zijn gebleven. Hopelijk is degene veilig thuisgekomen zonder ongelukken te maken. Want heel vaak gaat het spreekwoord wel op, drank maakt meer kapot dan je lief is. ( of iets in die trant)
    Voor jou en je gezin nog een fijn weekend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *