Op Handen Gedragen

Je hebt jezelf wel eens op een soort van jaloezie betrapt als je jouw eigen, of een andere zwangere vrouw zag. Dat je als man geen kind in je kunt dragen, is toch meer dan jammer.

Maar als het kind geboren is, kun je gelukkig een hele poos de reus uithangen. Wat heb je rondgelopen met de kinderen. In je armen, op je schouders, op je rug. Ze opgooien en weer vangen. Je hebt ze op handen gedragen.

Vandaag doet het je ineens denken aan dat oude verhaal dat je moeder Agatha zo meeslepend kon vertellen, waarnaar jij, kleine Piet, ademloos luisterde:

Reprobus, met zijn woeste baard, is zo’n allemachtig oersterke kerel dat hij de opdracht heeft gekregen om reizigers naar de overkant van de rivier te dragen. Dat doet hij – jaar in jaar uit – met gemak, tot er in een donkere nacht, tijdens een bulderende storm, een kind naar de overkant wil. Reprobus neemt onverwijld het kleine jongetje op zijn schouders en begint voortvarend aan zijn taak. Maar halverwege de rivier wordt het kind steeds zwaarder en zwaarder, zodat de reus bijna onder zijn last bezwijkt. Als hij tenslotte, met zijn laatste krachten, zuchtend en steunend de oever bereikt, onthult het kind dat het Christus is, die op zijn beurt weer de zonden van de wereld meedraagt. Dan krijgt Reprobus een nieuwe naam: Christo-phorus, Christusdrager zal hij heten. Oftewel Sint Christoffel, die voortaan de patroonheilige en beschermer van alle reizigers zal zijn.

Je vindt het nog steeds een prachtige legende, en het is niet voor niks dat je jarenlang een medaille met een afbeelding van Christoffel aan je sleutelbos hebt gehad. Sterker nog: langzamerhand begint het je te dagen dat er nog meer lagen in het verhaal zitten. Inzichten om mee te nemen, betekenissen die je vooruit helpen.

Want al worden je eigen kinderen groter en zwaarder, en beginnen ze langzamerhand op eigen kracht aan hun tocht door het bestaan, toch is er nog altijd een taak voor je als ouder. En niet in de laatste plaats als vader van je eigen innerlijke kind, dat steeds opnieuw geboren wil worden. Licht-kind-in-mij kun je het noemen, de goddelijke vonk, kind van God. Of je ziel. Datgene wat aan het Licht wil komen, kwetsbaar, klein, en tegelijk eeuwig en groot.

Je mag je ziel op handen dragen. Zo heb je laatst  tijdens je retraite gehoord. Je hoeft niet met je ziel onder je arm door het leven. Datgene wat echt wezenlijk voor je is mag voorop, zichtbaar, benaderbaar. Bescherm het, draag het, koester het, ook als het soms zwaar voelt. Verstop het niet. Het wijst je de weg naar de overkant, door de rivier van dood en leven heen.

Eén gedachte op “Op Handen Gedragen

  1. Els

    Op mijn 67e hoor ik voor het eerst het verhaal van Cristoffel. Wat mooi, en Piet , wat een rijkdom, om een moeder te hebben gehad met zulke mooie verhalen.
    Ik ben daar wel eens jaloers op. Jij bent op handen gedragen, en dat heeft jou gevormd.
    Daar mag je best trots op zijn. Bedankt dat jij haar verhalen en lessen aan ons doorgeeft.
    Liefs Els .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *