Beter Niet Bij Daglicht

Dat Rokus uit zou glijden had al van tevoren vastgestaan, daar is hij van overtuigd. In dat donkere heuvelachtige straatje, met die motregen en al die naaktslakken. Blijf daar maar eens op de been. En dat zijn telefoon ineens geen sjoege meer gaf, terwijl hij hem speciaal had opgeladen voor dit avontuur, verbaast hem ook al niet.

Het was sowieso immers al een zonderling bezoek dat hij af zou leggen. Weken was hij bezig geweest om haar adres te achterhalen, maar nergens op het internet was een spoor te vinden. Niet via de sociale media, of stambomen. Geen familie ook. Niemand anders met de achternaam Bruntusheim. Nergens. En toen ineens, deze herfstige morgen, dit aanknopingspunt. Een op een smoezelig briefje gekrabbeld adres. Nou ja, adres. Het was meer een cryptische routebeschrijving, die hij op de deurmat had aangetroffen.

“Na de kastanjeboom op de hoek schuin oversteken, hek over, en dan nét níet het pad volgen. Iets meer naar rechts moet je lopen, en dan zie je achter de bosjes wat gebouwen op een terp. Daar moet je bij het kleinste huis, met de Keulse pot naast de deur aankloppen”. Daaronder, met potlood, nauwelijks leesbaar, stond nog dat hij beter niet bij daglicht kon gaan.

Op de gedetailleerde wandelkaart van de streek die hij ’s middags was gaan halen in de stad, stond op deze plek slechts een bosschage aangegeven. Google maps gaf zelfs alleen maar weilanden aan. Niks van bebouwing, laat staan een heel dorpje. Maar het was er wel. Er leek zelfs een soort van torentje boven de daken uit te steken. Een kerk? Geen enkel geluid kwam uit de huizen. Achter sommige vensters was een zwak schijnsel zichtbaar, maar dat was dan ook het enige levensteken.

En nu ligt hij op de ongelijke ondergrond van met mos begroeide klinkers tussen twee vervallen huisjes, aan de rand van een pleintje, met een dikke enkel. In Frankrijk zou je zo’n pleintje pittoresk noemen, maar hier, zo zonder straatverlichting, in de vochtige kou, is het vooral naargeestig. En pijnlijk met die enkel. De kerkklok (toch!) slaat achtmaal.

Rokus rilt en grinnikt onwillekeurig. Het kan ook niet anders. Hij had er beter helemaal niet aan kunnen beginnen. Het bij een droom moeten laten. Maar aan de andere kant: als hij het ooit aan zou willen durven om Angelique op te gaan zoeken, moet hij eerst Jacoba vinden. Als een soort generale repetitie. En alsof hij het, zowel tegenover Angelique als tegenover Jacoba niet kan maken om haar over te slaan. Al vreest hij voor wat hij aan zal treffen.

Met zijn zakdoek dept hij voorzichtig het bloed van de hand waarmee hij heeft geprobeerd zich tijdens zijn val te beschermen. Hij wurmt zich overeind en probeert of hij met zijn geblesseerde enkel kan lopen. Met zijn goede hand steunt hij tegen de natte muur van de scheve huisjes, terwijl hij verder strompelt, speurend naar zijn bestemming. Hij mag van geluk spreken dat er een behoorlijke maan aan de hemel staat, waardoor de Keulse pot na de volgende bocht sneller dan verwacht oplicht.

Rokus recht voorzover mogelijk zijn rug, doet zijn pet af en klopt beschroomd op de deur.  Achter in het huisje begint  een hond schor te blaffen. Gestommel komt naderbij, en de bovenste helft van het lage deurtje gaat piepend open. Aanvankelijk valt er niets te onderscheiden dan de rimpelige hand die een flakkerende olielamp vasthoudt. Maar langzamerhand doemen uit de duisternis haar koolzwarte ogen op. Onmisbaar háár koolzwarte ogen. 

“Rokus” zegt Jacoba, “daar ben je dan!” met een omfloerste stem. Haar ooit zwarte haar is nu grijs, maar nog steeds dik en lang. Over haar wijde wollige gewaden draagt ze meerdere rinkelende kettingen met kruisen en Keltisch aandoende hangers. Een geur van wierook en kruidnagelen vermengt zich met de scherpe tabakslucht van het stompje sigaar dat ze in haar linkermondhoek geklemd houdt.

Terwijl ze met een wijds gebaar ook de onderste helft van de deur voor hem openmaakt, zegt ze zachtjes “Kom binnen in mijn heiligdom!” Rokus huivert maar voelt dat hij niet anders kan. Achter hem slaat de deur met een doffe dreun dicht.

Eén gedachte op “Beter Niet Bij Daglicht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *