Het zou vandaag de dag de toets der politiek correcte kritiek niet doorstaan, maar toen ik een jongen van veertien was, kreeg ik op deze dag een glas wijn. En niet zomaar wijn. Het was een glas “lacrima christi”, oftewel “tranen van Christus”. Speciaal voor vandaag ingevlogen vanaf de hellingen van de Vesuvius. En bovendien kreeg ik het van een bijzonder mens: pastoor Thomas, de gepensioneerde pastoor van Leimuiden, bij wie ik kind aan huis was.
De excentrieke en kleurrijke bejaarde herder én kunstenaar vierde elke Witte Donderdag als het grootste feest van het jaar, omdat het zo’n beetje zijn bestaansrecht bezegelde. Voor een priester is Witte Donderdag immers niet alleen het herbeleven van het Laatste Avondmaal, maar óók de “instelling van het priesterschap”. Omdat Jezus tegen zijn leerlingen zegt: blijf brood en wijn delen om mij te gedenken. Oftewel: jullie zijn het die Mij vanaf vandaag moeten laten voortleven. Het goddelijke komt in mensen aan het licht. En daarom werd dit feest gevierd, midden in de Goede Week, en werd het Vasten – waar ook pastoor Thomas zich serieus aan hield – er voor onderbroken.
Na de Mis, met een handjevol getrouwen, in het kapelletje van het oude klooster waar Thomas met zijn huishoudster Riet en de hond Odi woonde, en waar zij dikwijls ook onderdak boden aan mensen die op één of andere manier in de goot waren geraakt, was er koffie met zelfgebakken notentaart, waarna de bijzondere wijn ter tafel kwam. Riet kookte een feestelijke en creatieve maaltijd (met daarbij door de pastoor zelf geschilderde menukaartjes) waarbij ik – die immers ook plannen had om priester te worden – mocht aanschuiven.
Wat een rijkdom om als kind mee te worden genomen in al die rituelen rond het mysterie van leven en dood. Ik mocht er zó dichtbij zijn. Levenskunst was het en ís het. Ook later heb ik Witte Donderdag altijd als een bijzonder rijk feest meegevierd. Als misdienaar in een wolk van wierook bij het altaar, als zanger, organist en dirigent. En de laatste jaren “gewoon” als kerkganger.
Elke keer ben ik weer onder de indruk van het “onbloten van het altaar” aan het einde van de viering, als Jezus na het Avondmaal achterblijft in de Hof van Olijven, om in eenzaamheid te bidden….als er van alle feestelijkheid niks meer over is. Omdat het kruis van Goede Vrijdag zijn schaduw al vooruit werpt. Als het leven zelf. Vreugde en verdriet zijn niet los verkrijgbaar. Leven en dood horen bij elkaar.
En er is nog een ander ritueel op deze rijke dag: de voetwassing. Zoals Jezus als rabbi en leider ineens als vanuit het niets zijn leerlingen de voeten gaat wassen – de taak van een slaaf – zo wassen ook vandaag de dag de priesters de voeten van “gewone” mensen.
Paus Franciscus doet dat al tien jaar op een radicale manier. En ook dit jaar weer. Vandaag heeft hij – inmiddels hoogbejaard en kwetsbaar – in een jeugdgevangenis de voeten gewassen van jongeren die – wie weet door welke ellendige voorgeschiedenis – op de bodem terecht zijn gekomen. Om te laten zien dat niemand van ons beter is dan de ander. Welke president of koning zal dit doen? Het is de wereld omgekeerd. En zo moet het zijn.
Of met het prachtige lied van Huub Oosterhuis:
De wijze woorden en het groot vertoon,
De goede sier van goede werken
de ijdelheden op hun pauwentroon
de luchtkastelen van de sterken
al wat hoog staat aangeschreven
zal Gods woord niet overleven
hij wiens kracht in onze zwakheid woont
beschaamt de ogen van de sterken.
Zijn woord wil deze wereld omgekeerd
dat lachen zullen zij die wenen
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn
die geen vader was zal vader zijn
mensen zullen and’re mensen zijn
de bierkaai wordt een stad van vrede.
Wie denken durft dat deze droom het houdt
een vlam die kwijnt maar niet zal doven
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt
al komt de onderste steen boven
die zal kreunen onder zorgen
die zal vechten in ’t verborgen
die zal waken tot de morgen dauwt –
hij zal zijn ogen niet geloven.
Wat rijke waardevolle, rijke herinneringen Piet.
Dit zijn bronnen waar je nog steeds uit put.
Mooi om te lezen
Mem