Ad Rem

“Pappa, heb jij reactievermogen?” vraagt mijn negenjarige zoon aan me, naar aanleiding van zijn voetbaltraining. Op dit gebied moet ik de vraag ontkennend beantwoorden. Ik ben van oorsprong bang voor de bal en heb, tot ik kinderen kreeg actieve deelname aan balspelen doeltreffend weten te vermijden.

Overigens kom ik er tot mijn verbazing achter dat zelfs ik, nu ik regelmatig even met mijn zoon meega naar een trapveldje in de buurt om als trainingsmaatje zijn “skills” te oefenen, best nog een soort progressie boek. Dat wil zeggen dat ik de bal zo nu en dan echt raak en zelfs in de juiste richting weet te schieten. Maar echt flitsend zal het nooit worden.

Op andere terreinen heb ik zéker reactievermogen. Verbaal vooral. Snel schakelen, omdenken, vlug een kwinkslag. Zowel van mijn vaders als mijn moeders kant heb ik dat bij mijn geboorte meegekregen. Mijn ooms en tantes, van beide kanten, wisten op de meest onverwachte momenten met hilarische gevatte opmerkingen de ander op het verkeerde been te zetten. En ook mijn vader had regelmatig de juiste opmerking paraat.

Ik zal nooit vergeten hoe ik samen met hem een wandeling maakte over de Utrechtse Heuvelrug. Ik studeerde in Utrecht en woonde nog niet zo lang op kamers in Doorn. Ik had mijn vader een dagje opgehaald om er de omgeving te verkennen. Toen we van het officiële bospad afweken, kwamen we onbedoeld op een clandestien naturistenterrein terecht. Zodra plots de eerste bloterik – naakt op zijn wandelschoenen na – uit de bosjes opdoemde, zei mijn anders zo preutse vader zonder blikken of blozen tegen hem “Je gulp staat open!”.

Ik schijn ook best grappig uit de hoek te kunnen komen en heb regelmatig de lachers op mijn hand. Maar dat talent heeft ook een schaduwkant. Want niet alleen de grappige opmerkingen ontsnappen zomaar mijn mond, als een kurk uit een fles. Ook venijnige, vileine, kille en sarcastische zinnetjes flappen er soms ongecontroleerd uit.

Op basis van een – al dan niet genuanceerd – oordeel gaat een grappig bedoelde, bijna automatische opmerking soms ten koste van de ander. En voor ik het weet gaat het uitgesproken oordeel een eigen leven leiden in de gedachten van de ander, maar ook in mijn eigen hoofd. En kan ik dan nog een andere kant op? Is er dan nog ruimte voor een nieuwe blik? Kan ik nog fris en creatief kijken naar een mens of een situatie. En naar mezelf? Is het “succes” van de grap deze schade waard?

Misschien ook een mooi thema in de Vasten: het uitstellen van een reactie, het nog even binnenhouden, niet altijd alles uitspreken wat er in mij wordt gedacht. Omdat er altijd ook een andere kijk mogelijk is, en mijn snelle woorden soms geknakt riet zouden kunnen breken, groei en bloei belemmerend. Even niet zo ad rem dus, maar op de rem. En stilte oefenen.

In deze periode wil ik een serie schrijfsels maken over de ontdekkingstocht naar wat “Vasten” voor mij betekent. Ik wil er wat mee experimenteren. Ik ervaar het niet als een periode van dingen “niet mogen”, maar juist een tijd om aandachtiger stil te staan bij wat er allemaal te ontdekken en te ontvangen valt als je het overbodige weg durft te laten. Misschien wil je wel mee op ontdekkingstocht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *