Maandelijks archief: september 2022
Dat mag, want men kent zijn verdriet
Toen traumatherapeut Bessel van der Kolk afgelopen zondag bij Zomergasten uitlegde hoe zingen en dansen licht en lucht geven aan datgene wat gestold is, klonk mij dat natuurlijk als muziek in de oren.
En hij vertelde over aartsbisschop Desmond Tutu, die als voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, maandenlang luisterde naar alle verschrikkelijke verhalen uit de tijd van apartheid. Als de zwaarte van dat wat gedeeld werd de slachtoffers en hem zelf naar de keel vloog, ging hij met hen zingen en dansen.
Want het lijf is de plek waar het zich allemaal ophoopt, en dus ook de plek waar je weer in beweging komt. Niet alleen maar door te praten, maar door met alles wat in je is, je handen, je voeten, je heupen en je stem, te uiten waar de pijn, het verdriet en het verlangen zit.
En het wekt en weerspiegelt een ongelooflijk sterk gevoel van “samen”. Omdat we als mensen elkaar nodig hebben. Niet omdat we elkaar altijd begrijpen, maar omdat we samen zingen en dansen. “We shall overcome” of “We zullen doorgaan”.
Toen ik vanavond op een locatie voor kleinschalig wonen voor mensen met dementie aan het muziek maken was, vloog het mij ook even naar de keel. Vooral toen we “Roosje mijn Roosje” zongen. Omdat het zo’n oersimpele tekst heeft die zo’n universele waarheid uitdrukt: op een dag blijf je, als de helft van twee, alléén achter, en is de geliefde met wie je 50 jaren samen was er niet meer. En dan zing je in je eentje jullie liefdesliedje
“Dan plukt hij een roos uit een tuintje. Dat mag, want men kent zijn verdriet. Die brengt hij dan stil naar haar steentje, en zingt dan heel zachtjes hun lied”
Ik bedacht me dat al deze mensen overlevers zijn, die zoveel hebben moeten achterlaten. Partner, broers en zussen, kinderen soms, hun huis en haard, hun lichamelijke en mentale gezondheid. Dat ze dit door hun dementie niet continu bewust beseffen is misschien goed. Maar in de onderlaag speelt het mee. En als we zo’n liedje zingen, met een lach en een traan, zijn we niet alleen lotgenoten, maar voelen we dat ook. En dat heelt.