Heb je ook zoveel nieuwe en bijzondere dingen geproefd tijdens het diner op Eerste Kerstdag? Ik wel. Met veel zorg en passie klaargemaakte gerechten. We hadden de taken verdeeld in de familie en iedereen zorgde voor een uitgelezen gang. We hebben van elkaars kookkunst en gastvrijheid kunnen genieten. Bijpassende wijnen en gesprekken. Fijn.
Maar het meest bijzondere en nieuwe gerecht dat ik proefde, at ik op Tweede Kerstdag en wel op een onverwacht moment en op een onverwachte plaats. Wij zijn namelijk na het diner bij mijn schoonzus en zwager in Oegstgeest blijven logeren. En de volgende dag wilde mijn dochter er wel even uit. Rond het middaguur, op deze wat grauwe kille dag. Mét haar skateboard én met mij. Eindelijk even één-op-één aandacht van papa, na al die volwassen gesprekken van gisteravond.
Ongemerkt waren we al een hele poos op weg. Naderden zelfs Leiden al. Vera kreeg het koud. En ik beloofde haar om straks samen wat warms te eten bij het station. Een tosti of misschien stiekem een patatje. We begonnen ons er hardop op te verheugen, toen ik tot de treurige ontdekking kwam dat mijn portemonnee nog in de logeerkamer lag. Schoorvoetend vertelde ik het Vera, die haar teleurstelling dapper weg slikte.
Toch nog even bij het station gaan kijken dan. Treinen en vooral mensen bestuderen. En ze legde haar ijzige handen in de mijne. Bij het station aangekomen, wroette ik nog eenmaal schijnbaar onverschillig in mijn binnenzak en vond tot mijn verbazing een euro. Nog bedoeld voor de collecte tijdens een kerkbezoek dat ik besloten had maar over te slaan, of zoiets. We kochten twee harde broodjes die voor vijftig cent per stuk in de aanbieding waren. We hadden het dan nog wel koud maar in ieder geval hoefden we niet met een lege maag aan de terugreis te beginnen.
Maar daar, op het stationsplein, vlak voordat we onze tanden in het kale koude broodje zetten, kwamen ons twee engelen tegemoet. Twee meisjes met lange rokken en lange haren. Met een vriendelijke en open glimlach, én met gratis soep. Linzen of pompoen. Veelbelovend sloeg de geurige damp ervan af.
“Compassiesoep!” , zeiden ze. “Voor jullie en voor iedereen die wel wat warmte kan gebruiken!”
En tussen de zwervers, en andere in het leven en in deze verwarde tijd verdwaalde reizigers, genoten we dankbaar van dit heerlijke kerstmaal. En we kregen nog een tweede beker ook.