Maandelijks archief: oktober 2016

Beste Meneer Snor

SUV (2)

Beste Meneer Snor,

U zult wel geschrokken zijn dat ik vanmiddag ineens met mijn fiets bij Uw auto verscheen. U stapte uit Uw beige SUV, Uw trots, waar U jaren voor hebt gespaard. Of misschien heeft U hem nog niet eens afbetaald en is hij van de bank, of van Uw schoonouders. Nee, het was niet het exemplaar dat hierboven staat. Dat is een echte. Die van U was van een B-merk. Maar dat maakt mij niet uit. Ik vind ze allemaal even weerzinwekkend. Hoe dan ook; ik stond plotseling naast U. Mijn ogen zullen vuur gespuwd hebben. En uit mijn mond kwamen allesbehalve vriendelijke klanken.

Nu was ik ook wel een beetje geschrokken dat U met een snelheid van minstens zeventig kilometer per uur door de woonwijk vlakbij school stoof. Met gierende banden de bocht om, terwijl er kinderen aan het spelen waren en er een oude man langsfietste. Maar ach, ik moet U toch Uw pleziertje gunnen. U hebt vast hard gewerkt, en U hebt het druk gehad. U bent op weg naar huis, U verlangt er misschien naar Uw vrouw weer te zien. Of U ziet er juist tegenop; dat kan natuurlijk ook. Ik zag U parkeren aan het eind van de straat. Jemig, wat fietste ik hard. Keek ik zelf eigenlijk wel uit toen ik naar U toe spurtte?

In ieder geval ben ik geschrokken. Van U, maar minstens zo van mezelf. Dat mijn brein blijkbaar in staat is om op zo’n moment zoveel taal voort te brengen. En zo hard ook. “Vind je dat normaal, terwijl hier kinderen spelen, om als een bezetene door de straat te scheuren in dat lelijke ding van je!” U keek me alleen maar vuilaardig aan en zei “Hoi”, op een, in mijn oren wat venijnige toon. Ach ja, U heeft ook gelijk. Ik had U niet ongevraagd moeten tutoyeren.

Daarna had ik natuurlijk mijn mond moeten houden, maar ik hoorde mezelf zeggen “Wat hoi? Niks hoi! Ik hou je in de gaten, vuilak, je moet niet denken dat de hele wereld van jou is!”. Toen verdween U in een portiek. Met Uw snor. Wat heeft U gezegd tegen Uw vrouw. “Wat me nu toch overkwam. Werd ik uitgescholden door een rooie baardaap!” Of heeft U niks gezegd, omdat Uw vrouw misschien al honderd keer tegen U gezegd heeft dat U rustiger moet rijden, en dat er nog eens ongelukken van komen?

Ik schaam me natuurlijk. En ik heb het thuis wél verteld. “En, denk je dat het iets heeft opgelost?” vraagt mijn vrouw aan me. Nee, natuurlijk niet. Ik heb wél gevoeld dat er ook in mij een flinke stoot agressie zit. Is dat nou de testosteron? En gaat die woede eigenlijk wel over dit voorval? Zijn er misschien andere, diepere dingen die ik eronder houd? En heb ik geen boter op mijn hoofd? Want ik betrapte mezelf er laatst ook op dat ik illegaal via de verkeerde rijrichting een parkeerplaats opreed omdat ik om duizend redenen haast meende te moeten hebben.

Beste meneer snor, ik wens U nog een fijne avond. En dat U morgen weer veilig op weg gaat met Uw gouden kalf. Kan het voortaan wat zachter? Dan zal ik dat ook proberen.

Schaapachtig

schaap en vogel

Easterskar, bij Heerenveen, een donderdag in oktober. Eén van de eerste herfstdagen dit wonderlijke jaar, waarin de late zomer maar niet wilde wijken. Nu is het guur, ook in mijn hoofd. Of het door de port van gisteravond komt, of door de weerbarstigheid van de kinderen vanmorgen weet ik niet. Of welt het op het uit de krochten van mijn ziel? Is het melancholie, boosheid, bezorgdheid of onbestemd verdriet? Guur is het in elk geval als ik de auto parkeer en het wonderlijk moerassige landschap betreed.

Ik loop in stilte, mijn kop bonkt bij iedere stap die ik op de drillende veengrond zet. Langs de berken en het riet, het vettige water in de sloten. Richting de vogelkijkhut waar vandalen het glas uit de raampjes hebben geslagen zodat het er tocht als een oordeel. Ik loop maar gauw door. Geniet ik doorgaans van de lange wandelingen die ik op de schaarse lege ochtenden maak, vandaag is het een zwoegen, geploeter. Er willen mij geen creatieve gedachten, hoopvolle melodieën of gloedvolle betogen te binnen schieten. Ik loop met mezelf en ben mezelf tot last.

Dan, ergens halverwege de route, waar het pad me over een stukje extensief begraasde weidegrond voert, strompelt me een schaap tegemoet. Blaat een keer of twee naargeestig, en loopt dan voor mij uit, alsof het mij wil leiden. Vijftig meter verder blijft het staan. Het begrip “schaapachtig kijken” krijgt nu volle betekenis. Zeker een halve minuut staren we samen naar de vogel die uitgestrekt op de grond ligt. Ik maak een paar foto’s, terwijl er langzamerhand wat consistente gedachten zich een weg banen door mijn brein.

20161013_095310

Was ik een vogelaar, dan zou ik de naam weten. Misschien zelfs kijken of het prachtige gave dier soms geringd of gechipt is. Misschien de doodsoorzaak achterhalen. Ik ben geen vogelaar. Zie alleen maar een onwerkelijk beeld. Een mank schaap en een chagrijnige man turen naar zo’n mooi dier, in volle vlucht neergestort. Neergeschoten? Hartinfarct? Hersenbloeding? Kunnen vogels een hersenbloeding krijgen? Mensen wel. Die zie ik elke dag. Ook in volle vlucht neergestort. Jonge mensen, in de bloei van hun leven, die de dag ervoor ook lange wandelingen maakten, kinderen naar school brachten.

Ik loop door na deze ontmoeting. Laat de vogel liggen. Over een uur hebben zullen de kraaien er wel aan begonnen zijn hem te verorberen. Het manke schaap loopt achter me aan en sluit honderd meter verderop aan bij zijn kudde. Ik voel opluchting als ik de auto bereik. Naar huis. Koffie.

20161013_095329

Pappa, Is Sinterklaas Echt?

IMG-20161010-WA0001

“Pappa, is sinterklaas echt?” vraagt Vera aan tafel. Ik heb geleerd om bij dit soort vragen de bal terug te kaatsen, dus ik zeg: “Hoe denk je er zelf over?” “Sinterklaas is een verhaal, en verhalen zijn best echt”, zegt ze, met een lichte ondertoon van twijfel in haar stem. Al is het nog maar half oktober, ze weet nu al precies welke festiviteiten er de komende maanden aan komen. Eerst Sint Maarten, dan Sinterklaas, dan Kerst.

Minder dan een minuut later vraagt ze dan ook of wij in God geloven. Zijn die verhalen echt? Of zijn verhalen verhalen? Zoals Pinkeltje. Ik heb er wel mijn volwassen gedachten over. Dat verhalen misschien niet echt gebeurd zijn, maar dat ze dan nog wel waar kunnen zijn. Maar dat is vast een te ingewikkeld antwoord. Een soort theologisch antwoord. Iets waar ik mijn eigen geweten een beetje mee verdoof. Want voeden we onze kinderen niet teveel op met ofwel te weinig vaste waarden, ofwel teveel dichtgetimmerde ideeën? Moeten we antwoorden geven of met een mond vol tanden blijven staan? Gelukkig verandert ze van onderwerp voordat ik klaar ben met nadenken. “Gaat dat blousje weg? Dat is te klein en ik vond het toch al niet meer mooi!”

Vandaag hoorde ik dat “The Passion” komend jaar vanuit Leeuwarden wordt uitgezonden. Ik zie nu al voor me hoe Jezus straks na zijn verrijzenis de Achmeatoren abseilt. Ben wel benieuwd wie die rol gaat spelen. De onvermijdelijke Syb van der Ploeg is in 2011 al eens Messias geweest, dus die veilige weg hoeft niet te worden bewandeld. Ik hoop dat de anti-autoritaire Friezen nu eens voor een originele keuze gaan. Een vrouw bijvoorbeeld. Een roodharige lesbische vrouw van boven de zeventig die níet kan zingen. Kijk, dan maak je een statement. Een verhaal. Om in te geloven, of om er een beetje van in de war te raken. Misschien moet religie dat allebei een beetje zijn: troost en verbinding en veiligheid geven. En tegelijk de boel eens flink opschudden.

Het worden boeiende maanden. Toen Vera en Jonathan afgelopen maandag trots naar beneden kwamen in Sint-en Piet-uitdossing moest ik onwillekeurig aan pastoor Thomas en Riet denken. Mijn oude originele pastoor Thomas die samen met zijn trouwe maar even eigenzinnige metgezel Riet ieder jaar zorgden voor schmink en kostuums van talloze Klazen en Pieten in de wijde omgeving van Leimuiden. In het Witte Weekblad elk najaar de advertentie: “Sint bestellen, Thomas bellen. Wilt U Piet, bel dan Riet!” Dat deden ze naast hun bloedserieuze pastorale taken. Ontheemden opvangen, zieken bezoeken, Gods woord verkondigen en niet te vergeten vlierbloesemwijn vervaardigen en rijkelijk uitschenken. God met een lach en een traan, echt én fantasie tegelijk. Humor en ernst ineen.

Dus bestaat Sinterklaas nou echt? En God? En verhalen? Voor mij wel, als ze ons een beetje losweken uit de snelle wereld van nut, haast, efficiency, vastgeroeste meningen en oordelen. Als ze liefde, vrijgevigheid, troost en fantasie aan het licht brengen. Met een knipoog en vooral met veel liederen en muziek. Dan hoop ik dat onze kinderen er nog lang in geloven.