Los
Dans en weet dat je bestaat
dans een dans op hete kolen
dans de gaten in je zolen
dans tot de planeet vergaat
dans tot alles is gezegd
dans tot je de tijd vergeet
dans zoals je ademhaalt
dans tot je de weg weer weet
dans om nooit meer stil te staan
dans de sterren en de maan
dans de bomen en het bos
niets meer vast en alles los
(Ingmar Heytze)
Afgelopen maandag kreeg ik zomaar een cadeautje. Ik was met een collega in Ede op een congres voor muziek en zorg om een workshop te geven. Maar voorafgaand daaraan mocht ik zelf ook een andere workshop bijwonen. Ik koos er op de gok één waar nog plek was. Andrew Greenwood zou iets vertellen over muziek en beweging bij mensen met MS, Reuma, Parkinson en Alzheimer. Ik verwachtte een informatief verhaal, met een enkel filmpje of een pakkende casus. Wellicht bruikbaar voor mijn eigen werk. Maar ik heb gedanst, bijna anderhalf uur lang. Met handen en voeten, met mijn buik en mijn nek, mijn voeten en mijn vingers. Met voortdurend een lach op mijn gezicht een een brok in mijn keel. Wat een ervaring.
Greenwood, een Brit, en voormalig professioneel danser, “balletmaster”, heeft een jaar of vier jaar geleden zijn roeping ontvangen, toen een goede vriend op zijn zevenendertigste de diagnose Parkinson kreeg. Ze zijn gaan dansen, om te ervaren hoe ze vorm zouden kunnen geven, hoe ze de blokkades met muziek en beweging zouden doorbreken. Ze zijn het samen, voor en mét anderen gaan doen. “Dance for Health” heet hun project. Met dus onder andere Parkinsonpatiënten, samen met professionele dansers. Workshops en uitvoeringen met bekende dansgezelschappen. Lerend van elkaar. En voor het eerst, na bijna veertig jaar dansen, zo vertelde hij, danst hij van binnenuit. Niet voor de buitenkant, niet voor de perfectie, maar vanuit zijn passie en zijn hart.
Wij, twintig deelnemers, zaten in een halve cirkel tegenover hem. Hij had een laptop met geweldige muziek, met jazz, met klassiek, met meditatieve en opzwepende klanken bij zich, en hij liet ons bewegen. “You beautiful dancer, dance for me a jellyfish” zei hij, waarbij wij onze handen als het zeedier op en neer bewogen. We dansten een dolfijn, een zonsopgang en een krokodil. En ik voelde iets wat ik al jaren weet, maar wat ik een beetje ben kwijtgeraakt: muziek is dans en dansen is vrij zijn.
Ik leerde het als jochie, als ik op een feestje naar mijn vader keek. Nog voordat ik het een beetje gênant begon te vinden dat hij zo losjes met zijn heupen kon bewegen. Ik danste met hem mee. Ik was trots op hem en ik durfde meedoen. Toen ik puber was danste ik ’s avonds wel met mijn moeder, die me altijd heeft geleerd dat dansen leven is, in de woonkamer. En ik leerde dus dansend leven, met de Foxtrot en de Weense wals, hoewel dat misschien niet zo bij mijn toekomstperspectief als priesterstudent paste.
En één van de eerste dingen die ik deed nadat ik de toch stoffige, en weinig lichamelijk/passionele wereld van de theologie verlaten had, was op dansles gaan. Weliswaar braaf stijldansen in keurig Zeist, maar toch. Ik heb de Engelse Wals, de Tango, de Rumba en de Merengue gevoeld. En het lekkerste ging dat op vrije dansavonden, na een biertje. Met mijn danspartner van toen.
Muziek heb ik altijd, maar ik vergeet zo vaak te dansen. Maandag voelde ik weer: dansen is leven. Zal ik het op mijn drieënveertigste aandurven om het weer meer te gaan doen. Stijldansen, een wilde Tango, een plechtige Engelse Wals. Of vrij en onbeteugeld? Me niet afvragen of het er een beetje uitziet? Zoals Vera wel eens doet als ik piano speel. Zingen met je lijf, licht op muziek gezet. In elke geval heeft Andrew Greenwood me geraakt en geïnspireerd. Iedereen kan dansen, en als je dans uit je hart komt, ben je mooi: