
Dikwijls stond je naaidoos op tafel als ik thuis kwam uit school. Vol met klosjes, lapjes, knopen, speldenkussens, vingerhoedjes, tornmesjes. En nog veel meer attributen waarvan ik naam noch betekenis kende.
Zowel het uiterlijk als de inhoud van de doos spraken een taal van vóór mijn tijd. Van de noodzaak van het kunnen stoppen van sokken, het aanzetten van knopen en het inzetten van een rits. En dat dit deel uitmaakte van je identiteit als vrouw, echtgenote en moeder. De rol die je moest kunnen vervullen, de plek die voor jou was bestemd.
Ik zag je als vanzelfsprekend altijd bezige handen, waarvan de vingerkootjes in de loop van de jaren steeds gerimpelder en krommer werden. “Een vrouwenhand en een paardentand staan nooit stil”, zei je altijd. Zoals je nog veel meer vertelde tijdens de werkzaamheden.
Zo sloeg ik van talloze als verloren te beschouwen kledingstukken de restauratie gade. Broeken, sokken en jassen waarvan ik diep in mijn hart gehoopt had dat ze eindelijk het veld mochten ruimen, kregen onder jouw handen een nieuw leven. Waardoor ik op school niet zelden met een mengeling van verbazing en meewarigheid werd bekeken. Maar dat zei ik uiteraard niet tegen je.
Toen je langzamerhand in de mist van de ouderdom terecht kwam en je geleidelijk vervreemdde van de werkelijkheid, bleef je naaidoos op tafel verschijnen. Ik trof er soms half opgegeten koekjes in aan, tussen oude foto’s, en op straat opgeraapte prullen. Af en toe verwijderde ik de minder hygiënische zaken uit de doos, zodat die weer een poosje verantwoord mee kon.
Het spreekt vanzelf dat van de weinige spullen die mee konden naar je kamertje in het verpleeghuis, de naaidoos er één was. Het werd een houvast voor je. Mesjes en naalden moesten er natuurlijk uit, en van de dingen die er verder in zaten, had nauwelijks iets nog met handwerken te maken.
Maar je zat er vaak lekker in te rommelen, en als de zuster je ‘ s avonds naar bed bracht, stond de vertrouwd retro-gekleurde doos tot aan je laatste avonden veilig in jouw zicht, in het zachte schijnsel van het nachtlampje.

Wat heb ik weer genoten van je verhaal Piet. En wat blijft je moeder in dierbare herinneringen bij ons.
En zo herkenbaar, die verhalen. Wat fijn dat jij dat zo goed kan verwoorden.
Lieve groetjes Els.