Hoe moet het nou met Tante?

Anderhalve week nadat we mijn moeder na een ingewikkelde periode in haar oude flatje in Alphen aan den Rijn, naar het verpleeghuis in Leeuwarden – bij ons om de hoek – hadden verhuisd, nam ook in de kamer naast haar een nieuwe bewoonster haar intrek. “Kijk eens, daar zit Tante”, zei ma de eerstvolgende keer dat ik bij haar op bezoek kwam, terwijl ze de kleine kordate dame toeknikte. Met een mengeling van genegenheid en bezorgdheid keek ze naar de vrouw die, net zo gedesoriënteerd als zij, haar weg probeerde te vinden in een nieuwe en verwarrende omgeving.

Of ma haar Tante noemde vanwege enige gelijkenis met een ver familielid is mij altijd een raadsel gebleven. Het ging in mijn ogen aanvankelijk dan ook eerder om een functie dan om verwantschap. Tante vervulde de rol van eerste herkenningspunt, temeer daar het verzorgend personeel destijds verplicht achter mondkapjes schuilging. Als twee schelpen aangespoeld op een vreemd strand. Vanaf dag één was het “goedemorgen Tante”, en Tante zei “goedemorgen buurvrouw” terug.

Dat het humeur van Tante soms niet zo denderend was, en haar verzet tegen de “opsluiting” vaak indrukwekkend, weerhield mijn moeder er niet van haar vanaf de eerste kennismaking onvoorwaardelijk tot steun te zijn. Ze hielp Tante – ongevraagd en nauwelijks afgestemd – in en uit haar stoel, gaf haar haar eigen – gebruikte – zakdoekjes, troostte haar als ze verdrietig was, en stelde haar gerust als ze overstuur was.

Soms werd het Tante wel wat teveel, want al die liefdevolle aandacht kon ze – wie weet vanuit welke verdrietige ervaringen in haar vergeten verleden – maar ternauwernood aanvaarden. En dan werd ze met een mooi Fries woord “gremietig”. Maar gelukkig kon ma meestal niet goed verstaan wat haar op zulke momenten werd toegevoegd. Bovendien begint, als de dementie je zo in haar greep heeft, iedere minuut de dag weer opnieuw.

Kort nadat een escalatie was gesust, kon je mijn moeder op haar knieën op de grond voor de stoel van Tante aantreffen, om de schoenen aan haar stramme voeten – die enkele centimeters boven de grond bungelden – te helpen en de veters te strikken. Tante was immers van plan de benen te nemen. En iedere hulp daarbij was welkom. Zover kwam het natuurlijk niet, dankzij de deurvergrendeling, maar meer nog dankzij de liefdevolle afleiding die de dienstdoende verzorgenden boden.

Het was al gauw weer koffietijd, of etenstijd. En op zon- en feestdagen, of als één van beiden dácht dat het een zon- of feestdag was, werd er een advocaatje met slagroom verstrekt. Toen de coronamaatregelen werden versoepeld werd de wereld gelukkig weer groter en vriendelijker. Maar ook toen, tijdens de boottocht over de Friese Meren, of het ritje met de paardentram, bleven ma en Tante trouw naast elkaar zitten. Zoals ze ook samen genoten van een ijsje in de zon, of van het draaiorgel voor de deur.

“Hoe moet het nou met tante?” vroeg ma dan ook dikwijls als ik haar op zondag kwam halen om bij ons thuis koffie te drinken. Ik vertelde ma dat we over een paar uurtjes weer terug waren, en voor Tante stond de televisie aan. Bij ons thuis had ma geen idee over wie ik het had wanneer ik Tante noemde, zoals ze ook niet kon geloven dat ze in Leeuwarden was, en in een “bejaardenhuis” woonde. Maar zodra ik haar terugbracht en we Parkhoven naderden zei ze blij: “Kijk, daar woon ik!” en als we de deur binnenkwamen klonk het liefdevol: “Kijk, daar zit Tante!”

Het schijnt dat ze elkaar ’s avonds, als ze zo rond de klok van acht uur uitgeput naar bed werden gebracht, dikwijls een nachtzoen gaven. Als een stukje veilig thuis voor elkaar. “Welterusten Tante!” “Lekker slapen, buurvrouw!” Toen ma vier weken geleden, na anderhalf jaar in Leeuwarden, vrij plotseling stierf, was dan ook één van mijn eerste gedachten “Hoe moet het nu met Tante?”. Maar toen ik gisteren wat nagezonden post ging ophalen, kreeg ik het antwoord al. Twee weken na mijn moeder, is ook Tante, nét zo plotseling, stilletjes uit het leven weggegleden.

3 gedachten over “Hoe moet het nou met Tante?

  1. Corry Van Tol

    Goedemorgen Piet wat een ontroerend mooi verhaal. Ik lees de warmte en liefde die ze voor elkaar hadden. Eigenlijk fijn dat ze elkaar niet hoeven te missen. En dat jullie het van zo dichtbij mee mochten maken! Liefs Corry

Laat een antwoord achter aan Corry Van Tol Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *