Mindfull Medicijn

Na mijn avondwandeling door onze onwerkelijk lege stad wacht Miesje op de eerste gelegenheid om op mijn schoot te springen. Onmiddellijk rust. Een poes is zo’n krachtig mindfull medicijn tegen onrust.

En aan onrust geen gebrek, deze gekke dag. Mijn hele lijf zat er vol mee. Vanaf vanmorgen, toen ik, veel te vroeg wakker, de verleiding niet kon weerstaan om enkele pikzwarte doemscenario’s te bestuderen op internet. Zodat ik al voor het licht werd moeite moest doen om mijn voortwoekerende gedachtenstroom te beteugelen. Dat kost energie.

Niet meer doen, nam ik me voor. Alleen nog maar naar de gerustellende baard van het RIVM luisteren, en maximaal twee keer per dag. En naar de toespraak van de premier natuurlijk.

Trouwens, tussen haakjes: die man verdient hulde. Dat hij er toch weer staat, in deze onoverzichtelijk complexe situatie. Ik zou niet graag in zijn schoenen staan. Politiek lijkt soms een spel, maar hier houdt de speelsheid op. Ik vind Mark vandaag een kanjer.

Gelukkig floot de merel toen de zon vanmorgen opkwam. En voordat de anderen wakker werden ging ik, een kop thee in de hand, op ontdekkingstocht door de tuin. Ik zag, in de de zich langzaam als leguanentongen ontrollende varenbladeren (zoals de onvolprezen Maarten van Rozendaal dichtte) pissebedden met vastberaden tred heen en weer lopen. Alsof er geen corona bestond.

Corona bestaat ook helemaal niet voor pissebedden. Het overgrote deel van de natuur draait gewoon door. Of wij nu massaal bezwijken of niet. Het leven is onverwoestbaar. Ik stel me wel eens voor hoe het eruit zou zien als wij ineens van de aardbodem zouden verdwijnen. Binnen dertig jaar zou alles overwoekerd zijn, zoals een fotoreportage van het verlaten gebied rond Tsjernobyl laat zien. Een enorme variëteit aan planten en dieren neemt het over. Een even apocalyptische als geruststellende gedachte.

Maar zover komt het echt niet door de huidige pandemie. Hoe ver het wel komt weten we niet. En dat we het met die onzekerheid moeten zien uit te houden weten we wel. Intussen lees ik af en toe een paar bladzijden in “Dingen die je alleen ziet als je er de tijd voor neemt” van Haemin Sunim. En ik leer voor de zoveelste keer iets over mijn eigen gedachten. Dat ik me niet hóef te laten meevoeren door een maalstroom in mijn hoofd. Dat ik ervoor kan kiezen om mijn aandacht te richten op iets van waarde. En dat dat soms iets heel anders is dan waar we ons met ons allen druk om maken.

Dat morgenstondelijke inzicht heb ik uiteraard niet de hele dag vast kunnen houden. Want wat een toestanden rond het thuisblijven van de kinderen van school en de onzekerheid op het werk over wat er wel en niet door kan gaan. Langer dan een uur vooruit kijken kun je bijna niet.

Maar gelukkig floot ook vanavond tegen zonsondergang de merel. En toen ik, nadat we de kinderen naar bed hadden gebracht, mijn avondwandeling maakte, rook het overheerlijk naar lente. En toen ik terugkwam sprong Mies op schoot, en nu klopt alles weer even.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *