Een Nare Wandeling

gebroken raam

“Mijn kind, geef me verdomme mijn focking kind!” hoor ik als ik de straat inloop. Glasgerinkel. Met haar blote handen slaat ze de voordeur in. “Mijn kind, trek hem zijn sokken aan, hij moet naar school, en hij moet eten!” Twee huizen verderop staan twee bejaarden en hun dochter de zaak vanuit hun tuintje met een lege blik gade te slaan.

Met een lenige beweging stapt ze door het gebroken glas het groezelige huis binnen. Een bleke man met holle ogen en enorme wallen wordt zichtbaar. Hij probeert haar in de gang tegen te houden. Ze hebben elkaar vast. Er volgen een paar klappen. En ik sta letterlijk en figuurlijk op een kruising. Ik kan mijn blik afwenden en links afslaan. Doen alsof ik niks hoor en zie. Ze zoeken het zelf maar uit. Maar ik heb ook kinderen.

Ik besluit tot actie over te gaan. Ik roep tegen het tweetal: “Ik bel nu de politie!” En dan is het erg onhandig dat ik toevallig (in een poging mezelf niet de hele dag door dat ding te laten regeren) mijn telefoon thuis heb laten liggen. “Mag ik even uw telefoon” vraag ik aan de buren, die eerst net doen of ze me niet horen. Dochter geeft me bijna haar mobiel, maar bedenkt zich. Na enig aandringen mag ik de telefoon binnen gebruiken. “Ja wij kenne ons d’r niet met bemoeie, dan gaat bij ons het glas ook uit de deur!”, zegt de heer des huizes. “Ik vind dat ik moet ingrijpen…er is een kind bij betrokken!” zeg ik. Buurman haalt zijn schouders op en jaagt de brand in zijn sjekkie.

“We zijn in de buurt, we komen er snel aan!” zegt de politie, als ik via 112 ben doorverbonden. Ik ga snel weer naar buiten, want ik hoor een paar harde bonzen. Wat kan ik doen tussen de glasscherven en twee ontzettend boze mensen? Ik hoop maar dat er geen wapens zijn. En waar is het kind?

Ze staan voor de deur. Het jongetje van een jaar of zes met zijn moeder. Het kind heeft zich onzichtbaar gemaakt. Een leeg, bleek gezichtje met verwilderde blonde haartjes. Zijn moeder, haar handen vol bloed, brult naar de vermoeide zieke man die over de resten van zijn deurpost leunt: “Ik ga jou en dat wijf het leven focking zuur maken. Een beetje de junk uithangen bij mijn kind!” Ze staat bijna op het punt om op haar scooter te stappen als de politie eraan komt stuiven. Gelukkig zonder sirenes, om het trauma voor het arme jochie niet nog groter te maken. In twee zinnen leg ik de situatie uit. Eén agent neemt moeder en het jochie mee in de auto, de andere agent gaat bij de man naar binnen.

Wat een ellende, wat een onmacht en wanhoop. Deze mensen hebben misschien ooit van elkaar gehouden. Uit hun samenzijn is een kind uit geboren. Beide houden ze van dat kind, maar beide zijn ze ook gevangen in een draaikolk van verslaving, verdriet, beschadiging, misbruik en geweld. Ik zeg nog tegen de agent: “Zorg alsjeblieft goed voor dat jochie!” Want ik weet nu al dat ik dit beeld nooit meer zal vergeten: die kleine blote voetjes onder de versleten joggingbroek, op dat pad bezaaid met scherven.

6 gedachten over “Een Nare Wandeling

  1. janita

    Wat zal je geschrokken zijn Piet en wat een daadkrachtig optreden van je.Hopelijk handelt de politie het ook af met empathie voor alle partijen. Je zal daarna wel eerst moeten zijn bekomen van al je indrukken.Schrijven helpt vast ook goed voor jou ; ).Een fijn weekend met je gezin gewenst!
    Warme groet, Janita

  2. Piet

    Dank voor al jullie reacties! Het was overigens niet de bedoeling van het stukje om mezelf op de borst te kloppen. Integendeel: ik voelde in mezelf ook een neiging om mezelf af te wenden. Daar ben ik van geschrokken. En gelukkig (achteraf) ben ik nogal impulsief geweest en is het, mede doordat de politie snel kwam, “goed afgelopen”. Ik stond te trillen op mijn benen en ik heb tegen de middag een biertje ingeschonken om wat te bedaren. Ik wilde het verhaal vooral delen om aan te geven hoe het me raakte. Hoeveel van dit soort verhalen ik ook van horen zeggen ken (Judith werkt immers in een instelling voor de behandeling van zulke beschadigde kinderen), toch is het heel schokkend om het zo dichtbij mee te maken. En hoeveel van dit soort situaties vinden er niet achter noch niet kapotte voordeuren plaats?We zien slechts het topje van de ijsberg. Zoveel kwetsbare, verwarde mensen. Misschien jouw buren ook? Laten we onze ogen niet sluiten uit onverschilligheid en angst. Dat is mijn pleidooi!

  3. Roos

    Goed gedaan Piet! Zo fijn dat er soms precies op het juiste moment mensen zijn die wél durven door te pakken.. behalve dat jochie gun ik jou ook n zachte traumabeer! 🙂

Laat een antwoord achter aan janita Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *